Via een tussenstop in Oslo kwam ik aan in Tromsø waar ik mijn reisgezel ontmoette. Hij zou hier de midzomernacht marathon lopen en was al eerder heen gevlogen met wat kameraden van zijn hardloopteam. We verbleven in een AirBnB maar het had meer iets weg van een asielzoekerscentrum. De hoofdbewoner was geloof ik een Libanees, naast onze kamer woonde een Senegalees en zo liepen er nog wat nationaliteiten rond.
We kregen een dikke Volvo V60 mee, die hadden we niet gereserveerd maar er was blijkbaar geen huurauto beschikbaar in de prijsklasse die we wel gereserveerd hadden. We maakten vanuit Tromsø direct een kleine tour naar het Noorden, naar de Lyngenalps. Wat een genot om met deze auto te rijden. Het duurde wel even voordat ik doorhad hoe alles werkte, ik geloof dat de achterruitenwisser 3 dagen continu aan heeft gestaan voordat ik snapte hoe deze uitgezet moest worden. Maar dat was niet erg want het weer zat niet echt mee, de ruitenwisser was hard nodig.
Ook tijdens de marathon was er vrijwel continu regen, best wel troosteloos. De midzomernachtzon hebben we in Tromsø niet gezien. Respect voor mijn reisgenoot dat hij hem uit liep, ik had niet eens gestart met dit weer (ook niet als de zon had geschenen trouwens) 🙂
Op maandag begon de reis. We besloten om via de westkust in de richting van de lofoten te rijden. Met de veerboot bereikten we het eiland Senja. Omdat het weer daar goed was besloten we om daar gelijk de bergen in te gaan. We liepen de Segla trail, een klim van ca 580 meter naar de top van de Hesten. Het uitzicht was fenomenaal, pas thuis op de dronebeelden zag ik hoe stijl de afgrond werkelijk was.
Mijn drone had het erg zwaar hier op deze grote hoogte. De wind kreeg zo nu en dan vat op hem en hij fladderde als een blaadje door de lucht. Best riskant met een apparaat van 800 euro maar de beelden waren het risico zeker waard. Bij de afdaling begon het toch nog even te regenen, net genoeg om nog even goed nat te worden. We reden verder, vanaf de andere kant van de fjord hadden we nog een mooi uitzicht op de Hesten die we zojuist getrotseerd hadden.
We vertrokken naar het westen van Senja waar de veerboot naar het meest Noordelijke punt van de Vesterålen ging, dat is de eilandengroep boven de Lofoten. Het was al vrij laat dus we moesten op zoek naar een slaapplek. We vonden een plekje bij Stave bij de start van een hike naar de Måtinden die we de volgende dag wilden doen.
De volgende dag was het weer wederom niet best maar we startten toch aan de tocht, het was direct een behoorlijk steile klim, we konden schuilen in een soort halve grot maar de wind beukte er aardig op in waardoor de regen alsnog naar binnen kwam. Het pad over de klif was erg glad en we besloten om niet heel de route te lopen. Het uitzicht op de baai was goed genoeg.
We besloten om direct een stuk te rijden naar het zuiden om het betere weer op te zoeken. We reden door naar het plaatsje Digermulen op het eerste eiland dat behoort bij de Lofoten. Het weer was hier gelukkig inderdaad een stuk beter, Die middag beklommen we de Digermulkollen, een kleine hike, niet spectaculair maar onderhoudend. Na de afdaling moesten we op zoek naar een slaapplek. Die vonden we een paar kilometer verderop aan de zuidkant van Årsteinen. We zetten onze tent op aan deze prachtige baai, wat een fantastische plek!
Via Henningsvær waar dit voetbalveld op een spectaculaire plek is gesitueerd op een rotseiland reden we de volgende dag verder naar het uiterste westelijke punt van de Lofoten, Reine. Het plensde hier en we besloten om een nachtje op een camping te verblijven. We dronken bier in de camping pub tot een uur of 8 ‘s avonds, toen hield het eindelijk op met regenen. Heerlijk om na een paar dagen weer even te kunnen douchen.
De volgende dag begon stralend. We maakten nog wat foto’s in Reine en reisden daarna verder met de ferry naar het kleine eiland Væroy. waar we een van de bekendste bergen van de lofoten zouden beklimmen, de måstadfjellet. Op de top bij de Måstadfjellet was het stormachtig en koud. Je zag letterlijk de wolken over de berg gestuwd worden. Het uitkijkpunt ligt op iets meer dan 500 meter hoogte en de afgrond is zo ongeveer loodrecht naar beneden, ik had hier wel even hoogtevrees, wat een plek.
Het eilandje Vaeroy is verder uitgestorven, de boot gaat er twee keer per dag heen vanaf het vaste land. Omdat op het eiland verder niet heel veel te beleven was besloten we om dezelfde avond al terug te keren naar het vaste land. We hadden dus flink wat tijd te verdoen en omdat het weer tegen zat hebben we in een lokale bar wat meer leek op iemands huiskamer de tijd doorgebracht.
Ondanks dat we die dag al 26 kilometer gelopen hadden en het al 12 uur ‘s nachts was besloten we om door te rijden naar Fredvang vanwaar we naar Kvalvika Beach zouden lopen om daar te overnachten. Dit was ook nog eens een hike van ruim een uur met 150 hoogtemeters. Gekkenwerk zou je zeggen maar dit was misschien wel de mooiste tocht van heel de vakantie. Omdat we binnen de arctische cirkel zaten werd het ‘s nachts niet donker en dit was eigenlijk de eerste nacht dat we echt de midzomernachtzon zagen.
Bij aankomst stond het vol met tentjes. Iedereen was al in diepe rust, het is een populaire plek en terecht! Het onafgebroken lawaai van de golven die op het strand beuken omringd door de hoge rotswanden, schitterend. Het was inmiddels half 3 in de nacht, ik liet mijn drone nog even op om wat beelden te schieten en daarna eindelijk slapen.
Over dit strandje is ook een hele toffe documentaire gemaakt, North of the Sun. Een paar Noren besluiten een heel jaar op dit strand te gaan wonen. Ze bouwen een huis van alle troep die er is aangespoeld en ze maken het strand helemaal schoon. Ook gaan ze er elke dag, ongeacht het weer, surfen.
Toen we de volgende dag bij de auto aankwamen begonnen we aan de terugreis. We stopten bij Svolvaer waar mijn reisgenoot nog de bergen in ging, onvermoeibaar die gast. Ik bleef bij de auto, nog even bijkomen van de vorige heftige dag. We gingen op zoek naar een slaapplek, we hadden nog één overnachting voordat we terug zouden rijden naar Tromsø.
We kampeerden in een klein plaatsje vlakbij de Rundfjellet berg die we de volgende dag nog wilden beklimmen. Het weer sloeg weer om, die nacht stormde het behoorlijk, de wind beukte op de tent. Toen we de volgende dag de berg op wilden was het weer iets beter maar halverwege de hike begon het te hagelen en te sneeuwen toen we op ca 600m zaten besloten we om de klim af te breken en terug te gaan. We begonnen aan de lange terugreis van 400 kilometer.
Al met al meer dan 110km gelopen in alle weersomstandigheden en meer dan 1200km gereden door het prachtige Noorse landschap. Vooral de Segla, Kvalvika Beach en de Måstadfjellet waren erg mooi. Volgende keer wel iets beter weer graag…