Vanaf Eindhoven vlogen we op Edinburgh vanwaar we naar de Highlands in het Noordwesten van Schotland wilden rijden. We kwamen vrij laat aan dus we besloten om direct buiten de stad een kampeerplek te vinden. Natuurlijk eerst even de scherpe randjes eraf gedronken met een paar pints in de plaatselijke bar, de Stable Bar om de vakantie in te luiden.
De volgende ochtend vertrokken we richting het Noorden. Het was wel even wennen om links te rijden, op de snelweg bleef ik netjes rechts rijden alsof dat de langzame baan was en de rotondes gaan in het begin ook helemaal mis in je hoofd. We reden naar het Cairngorms National Park waar we een tocht door de bergen langs Loch Muick liepen. Het was een pittige om mee te starten, 20 kilometer en 840 meter omhoog maar wat een mooi gebied.
Die nacht kampeerden we in het natuurgebied aan het begin van de tocht die we hadden gelopen. We haalden water uit een beek om de adventure food mee aan te maken. Best apart om dit zo voor het eerst te doen, kamperen in het wild. ‘s Nachts hoorden we een uil die het gemunt had op de muizen die rond de tent liepen.
We reden verder naar Isle of Skye helemaal in het Westen van Schotland. We stopten nog even bij Glen Affric, een gebied vlak bij Loch Ness, dit was niet heel spectaculair. We passeerden Eilean Donan Castle, een 13e eeuws kasteel. Overal langs de weg stond de gele bloesem van koolzaad. Het was best een lange trip en we kwamen vrij laat aan in Portree, het grootste plaatsje op Isle of Skye. We dronken nog een paar Pints of Skye Gold in een pub en we gingen op zoek naar een slaapplek.
We konden langs de weg zo snel geen geschikte plek vinden en omdat het donker werd besloten we op een camping te gaan staan. Omdat we op de camping geen medewerker konden vinden zetten we zonder het te vragen de tent op. Dat werd ons niet in dank afgenomen en even waren we bang dat we moesten vertrekken. Gelukkig mochten we blijven staan. Ook lekker om weer even te kunnen douchen.
We begonnen onze tocht de volgende dag met een hike naar Rubha Hunish helemaal in het Noorden van Skye. Het eerste stuk voert je door een drassig landschap waar de schotse hooglanders staan te grazen. Via een steile afdaling kwamen we op het lager gelegen landtong. De Oostkant van deze landtong lijkt het met het donker zwarte gesteente wel vulkanisch. De gele alg steekt hier mooi op af. Een schril contrast met de andere kant die volledig is bedekt met gras. De rotsformatie waar de route vandaan komt is van dit lager gelegen gedeelte erg imposant. Wat een fascinerende plek.
Dezelfde dag maakten we ook nog een klim naar The Old man of Storr, een kenmerkende rotsformatie die vanuit de wijde omtrek te herkennen is. Het was weer een behoorlijk steile klim, wel erg tof dat je klimt naar een eindpunt, de enorme rechtopstaande rots. Later spraken we in een pub een man die beweerde echt bovenop deze punt had gestaan. Ik geloofde hem niet maar na wat zoeken op internet vond ik wel foto’s waar mensen bovenop de rots staan.
We reden verder naar Fort William een plaatsje nabij de Ben Nevis, een berg die we de volgende dag wilden trotseren. De Ben Nevis is de hoogste berg (1345m) van schotland en daarmee ook echt een bitch om te beklimmen. Het kostte mij ongeveer vier uur om boven te komen en ik werd voortdurend ingehaald door gasten die rennend naar boven gingen (schijnt een sport te zijn). Het is wel een prachtige tocht langs watervalletjes, sneeuw en schapen. De top schijnt circa 300 dagen per jaar bedekt te zijn met wolken, wat een geluk hadden we, het was prachtig weer. Wat een uitzicht ook, fantastisch.
Na ruim 6 uur kwamen we terug bij de auto, ik was kapot maar wel voldaan, wat een dag. Wat heerlijk om na zo’n dag je schoenen uit te doen en even lekker te zitten. We besloten om door te rijden naar Isle of Mull in het Zuidwesten. We namen de ferry waar we een Nederlandse man tegenkwamen die in die regio woonde hij gaf een tip voor een mooie route over het eiland, “bij de rode telefooncel rechtsaf”. Hij had gelijk, het was een prachtige route langs de kust. We besloten om hier onze tent op te zetten vanwaar we in de verte de Ben Nevis zagen liggen waar we die dag nog opgestaan hadden, heel tof!
We kampeerden tussen de schapen die af en toe even nieuwsgierig kwamen kijken wie hun nieuwe buren voor die nacht waren. In de hoge bergen hoorden we een koekoek onafgebroken koekoeken. De volgende ochtend werden we nog voor zonsopkomst wakker door de rondgrazende schapen. We reden verder naar Carsaig waar we een hike langs de kust zouden lopen.
Via een steile smalle weg reden we tussen de bomen door omlaag naar het verlaten strandje waar de route begon. Vanaf hier liepen we een tocht van circa vier kilometer langs de kust richting het westen. De route was redelijk vlak met aan de rechterkant de hoge bergwanden en aan de linkerkant de zee. Het was heet maar gelukkig kwamen we onderweg een waterval tegen waar we even af konden koelen. Het eindpunt was schitterend. De uit de rotsen geslagen tunnel, het gele mos en de roze bloemetjes op de zwarte rotsen en het geluid van de zee die tegen de rotsen beukt, wat een plek. Bij aankomst terug in Carsaig hadden we het zo warm dat we de zee in gedoken zijn. En dan te bedenken dat je in Schotland bent en de vorige dag nog in de sneeuw hebt gelegen op de Ben Nevis.
Op weg naar Edinburgh vanwaar we terug zouden vliegen overnachtte we nog een keer in de buurt van Loch Lomond. Mijn reisgezel ging er hier nog een keer op uit maar ik had het wel even gehad. Op de terugweg stopten we nog in het authentieke plaatsje Stirling waar we even rondliepen. We zijn Edinburgh ook nog even ingegaan, dat was wel even een cultuurschok, wat een drukte! We sloten af waar we waren begonnen, de Stable Bar. Wat een toffe reis was het geweest.