Een Grand Tour door Noorwegen met een kleine man van 1 jaar oud op de achterbank, is dat nou wel zo’n goed idee?

We vertrokken met een volgeladen auto richting noord Duitsland waar we vlak voor de grens met Denemarken onze eerste overnachting in een Bed & Breakfast hadden geboekt. In het kleine plaatsje Ahrenviölfeld sliepen we in een mooie met riet gedekte boerderij. Gijs had bijna heel de route van 650km geslapen. We zijn niet echt B&B liefhebbers, je voelt je altijd een beetje verplicht om een praatje te houden. Het ontbijt was ook gezamenlijk met de uitbaters maar het was okee, het waren aardige mensen.

De volgende dag moesten we nog 350km door Denemarken naar de havenplaats Fredrikshavn waar we zouden overnachten en de volgende ochtend de boot zouden nemen richting Oslo. De reis door Denemarken hebben we alleen maar regen gezien en we hebben ons serieus afgevraagd of het wel zo’n goed idee was om naar Scandinavië te gaan in de zomervakantie…

Om half negen de volgende dag vertrok de boot van Fredrikshavn naar Oslo. Het is een lang saai stuk van ongeveer 8 uur varen op een vieze boot waar iedereen maar wat loopt te hangen en kinderen vervelend rond aan het rennen zijn. Het duurde ook een tijd voordat we onze hut in konden. Een volgende keer zou ik de nachtboot pakken zoals we op de terugweg deden, je kan dan gewoon slapen en de volgende ochtend ben je er, dat is een stuk beter.

Bij aankomst in Oslo die avond reden we direct door naar Lillehammer. Tijdens de rit van 200km brak het zonnetje door, na de grouwe dag in Denemarken en de toch wat onaangename boottocht kregen we eindelijk weer een beetje hoop op een mooie vakantie.

Lillehammer is een rustige kleine stad. We zaten op één van de hogere verdiepingen van het hotel met prachtig uitzicht over de stad met alle rode houten huizen. Het is een gezellig stadje. Op een plein in de winkelstraat stonden wat kinderfietsjes waar iedereen gebruik van kon maken, dat was erg leuk voor Gijs. ‘s Avonds aten we iets bij een restaurant aan een riviertje dat vanuit de bergen door de stad naar het meer stroomt.

In Lillehammer bezochten we Maihaugen. Een groot park met een verzameling huizen van verleden tot heden. Het was prima weer en het was leuk om hier even rond te kijken. Er staat ook een mooie stavkirke in het park.

De volgende dag gingen we voor het eerst een stukje hiken in natuurpark Nordseter iets ten Noordoosten van Lillehammer. Het was wel even wennen met Gijs in de draagzak. Het was geen spectaculair gebied maar zeker leuk om even rond te wandelen.

De volgende morgen vertrokken we alweer naar het volgende verblijf. Er zat wel tempo in deze reis, om de 2 dagen weer een tocht van een paar honderd kilometer reizen, dat brak ons aan het eind wel een beetje op. We reden van Lillehammer naar Trondheim, een reis van 350 km.

Onderweg passeerden we het Dovrefjell natuurreservaat. Dreigende wolken op links en het door de zon verlichte witte wegdek vormden een mooi contrast. We stopten nog even voor een korte hike naar Snøhetta Viewpoint dat uitkijkt over de wijdse kale vlakte van de Dovrefjell. 

Het is een prachtig gebouw dat deels volledig organisch is uitgesneden uit hout en deels enorm strak modern is vormgegeven. Binnen staat de kachel aan en is er een gids die vertelt over het natuurgebied. Dit gebouwtje op deze locatie, echt een goede keuze.

We vervolgden onze weg naar Trondheim. We verbleven hier in een nieuw superluxe hotel aan de rand van de stad gelegen aan de Trondheimfjord.

De volgende dag was het heerlijk weer en we maakten een wandeling door de stad langs de kenmerkende gekleurde houten havenpanden. Gijs vermaakte zich in de speeltuinen en rennend door het skatepark. In Trondheim ontdekten we Egon, een landelijke restaurantketen waar je goed kan eten. Wel apart dat je eerst aan de bar moest bestellen en afrekenen.


De volgende dag gingen we met de Gråkallbanen, een oude trambaan naar het natuurgebied Lian Flaggstan, de eindhalte van de trambaan. Het was heerlijk weer deze dag en we liepen een rondje in het natuurgebied.

De volgende dag wilden we vroeg vertrekken omdat we weer een behoorlijk eind moesten rijden. In Noorwegen accepteren de meeste automaten geen Maestro pinpassen (in Nederland is bijna elke pinpas Maestro). Ook had ik mijn creditcard niet meegenomen en omdat ik ook niet genoeg cash bij had kon ik de parkeerautomaat van het hotel niet betalen en er zat uiteraard ook geen pinautomaat in de buurt. Best irritant als je een beetje haast wil maken dat je de parkeergarage niet uit kan… Gelukkig zat er op de parkeerautomaat een knopje “kaartje verloren”. Het bedrag voor een verloren kaartje was aanzienlijk lager dan het bedrag dat ik moest betalen voor de drie dagen die we geparkeerd stonden en dat had ik nog wel cash! Ik rekende in plaats van 60 euro 20 euro af en we konden vertrekken. Dus een goede tip zou zijn, neem altijd je creditcard mee naar Noorwegen en gebruik het knopje kaartje verloren als je die belachelijk hoge parkeertarieven wil drukken (al is die laatste tip misschien een beetje onethisch :))

Na deze creatieve oplossing konden we eindelijk verder reizen. Onze volgende stap was Ålesund een stadje aan de westkust. Het was een mooie rustige route met prachtige landschap. We maakten een omweg om via de Atlantic Road te rijden, een aaneenschakeling van gebogen bruggen die allemaal kleine eilandjes verbind en zo een brug vormt naar het vaste land. Ik was gefascineerd door mooie plaatjes maar het viel wel een beetje tegen, je ervaarde het niet echt als je er rond liep. En dan was de omweg ook nog wat langer dan we gedacht we gedacht hadden.

Na een overtocht met een veerboot kwamen we aan in Ålesund, een schattig stadje met een mooie haven. We kwamen vrij laat aan en we hadden maar één overnachting in Ålesund. Het regende een beetje dus ik wilde er niet meer op uit trekken maar Noortje was vastberaden om dat toch te doen. We beklommen de Fjellstua, 418 traptreden naar een uitzichtpunt over de stad. Noortje met Gijs op d’r rug, respect. Haar doorzettingsvermogen werd beloond met een prachtige zonsondergang.

De volgende dag reden we van Ålesund door naar Stranda bij de Geirangerfjord. We maakte een omweg via de Trollstigen een toeristische route die door een mooie groene vallei omhoog kronkelt. Er is een uitkijkpunt gecreeerd dat over de kliffen uitsteekt. Een waterval dendert onder de open constructie van het uitkijkplatform met een enorm kabaal naar beneden. Het was een beetje bewolkt maar precies toen we op het platform stonden brak het zonnetje door en er verscheen een mooie regenboog. Het is wel erg toeristisch met een gifttshop en een groot restaurant maar zeker de moeite waard.


Bij Stranda aangekomen kwam ik erachter dat ik de papieren van de reis had laten liggen in het vorige hotel. Balen natuurlijk maar gelukkig wilde de baliemedewerkster het vorige hotel even bellen en alles werd goed geregeld. In dit hotel zat een zwembad, dat was wel even heel erg lekker. ‘s Avonds liepen we nog een rondje door het plaatsje, we kwamen Nederlanders tegen die er woonden. In Stranda is verder niet heel veel te beleven, het was een rustig plaatsje.

Het diep donkergroene water, de enorme stijle glimmende rotswanden en al de watervalletjes. De 15km lange en 600 meter diepe Geirangerfjord staat niet voor niets op de Unesco lijst van werelderfgoed. De enorme cruiseschepen lijken speelgoedbootjes afgezet tegen de hoge rotswanden. Wij vaarden door de fjord met een veerboot. Het weer was niet heel goed maar dat gaf wel een mooie melancholische sfeer aan de trip. Het was uiteraard wel weer enorm toeristisch. In het plaatsje Geiranger struikel je over de souvenirshops en de toeristen.

Op naar Sogndal, de volgende bestemming. Wederom een tocht van meer dan 3 uur door het norse Noorse landschap. In Sogndal zaten we in een schattig oud hotel gelegen aan de Sogndalfjord. Vanuit hier bezochten we de Nigardsbreen een uitloper van de grootste gletsjer van Europa. We konden niet te dichtbij komen omdat de stenen echt spekglad waren. Zorg ook altijd dat je klein geld bij je hebt in de auto. Bij veel nationale parken staat een slagboom waar je geld in moet doen voordat je door kan rijden. Wij moesten hier wat bietsen bij andere mensen omdat we er anders niet in konden.

Via de 24.5km lange Lærdalstunnel reden we verder naar Flåm waar we een rit met de Flamsbana maakten. Een treinrit over een oud spoor van zeeniveau naar 850 meter hoogte, vroeger functioneel, nu puur toeristisch. Het is een mooie rit door het groene berglandschap en door talloze tunnels. Op sommige stukken is er een enkel spoor en moeten de treinen elkaar laten passeren. Onderweg stopt de trein bij een enorme waterval waar je echt zeiknat wordt. Er wordt een show opgevoerd met een operazangeres, dat was nou ook weer niet echt nodig.

Als je deze treinrit wil doen moet je wel van te voren reserveren. Wij waren vrij laat met boeken en daardoor was er alleen nog een hele vroege rit beschikbaar. Ook hier meren de enorme cruiseschepen aan.

Na de treinrit reden we gelijk door naar Sogndal waar we in een schattig houten hotel zaten. We hadden een prachtig uitzicht op de Sogndalfjord vanuit onze kamer. Vanuit Sogndal reden we nog naar de Nigardsbreen, een zijtak van de grootste Gletsjer van Europa de Jostedalbreen. We konden niet heel dichtbij komen, de stenen waren echt spekglad. Het werd ons ook afgeraden om met Gijs er naartoe te lopen.

Norheimsund, een gehucht in de buurt van Bergen. In Norheimsund en Bergen hebben we vooral regen gezien. Het schijnt in deze hoek gemiddeld 230 dagen per jaar te regenen, dat hebben we geweten! Ik las later ergens dat ze in Bergen zelfs paraplu automaten en een regenfestival hebben. Toch is het wel een mooie oude stad, met name Bryggen de oude houten kadepanden die op de Unesco erfgoed lijst staan is erg mooi. Het beeld hieronder representeert wel mooi hoe we Bergen beleefd hebben, schuilend voor de regen.

Bij Norheimsund in de buurt bevind zich ook nog de Steinsdalsfossen, een hoge waterval waar je achterlangs kunt lopen. Zeker leuk om dat nog even mee te pakken.



Vanuit Norheimsund reden we terug naar Oslo waar we nog een aantal overnachtingen hadden. Het weer werd gelukkig beter en we hebben nog een paar prima dagen in Oslo gehad. Het operagebouw dat door dezelfde architect is ontworpen als het uitkijkpunt bij de Dovrefjell is zeker de moeite waard om even te bezoeken. Via de hellingen klim je naar het dak waar je even relax kan zitten met uitzicht over de haven. Ik vergat wel om de kinderwagen goed op de rem te zetten en die denderde met een rotgang naar beneden, gelukkig zat Gijs er niet in…

Al met al was het een mooie reis, met name het stuk van Lillehammer naar Trondheim in het midden van Noorwegen en het fjordengebied aan de westkust is echt heel erg mooi. De talloze watervallen en regenbogen, het prachtige groene berglandschap en de diepdonkere fjorden maken het echt een unieke beleving. Verzet je niet teveel tegen de weersomstandigheden in Noorwegen, dat hoort er echt bij, ook in de zomer is de kans op wat regen zeer aannemelijk. Vergeet ook niet dat het een verschrikkelijk duur land is, wij waren al met al zo’n 6000 euro kwijt.

Ik zou deze reis op deze manier niet nog een keer doen omdat je percentueel gezien toch wel erg veel in de auto zit. We hebben in 2 weken ruim 4500 km gereden en dus zo’n 55 uur in de auto gezeten. Ik zou ruimer de tijd nemen, bijvoorbeeld 3 of misschien zelfs wel 4 weken, je hebt dan per bestemming wat meer tijd om relax wat uitstapjes te maken. Gijs was niet echt een obstakel, die vond het allemaal wel prima.