Waar te beginnen…
Chaos op Schiphol, boeren die de weg wilden blokkeren, treinen die uitvielen… Het begon weer fantastisch. We vertrokken vroeg van huis en waren ruim op tijd op Schiphol, te vroeg eigenlijk dus we hadden verwacht schiphol nog niet binnen te komen. Maar er was geen controle meer zoals vorige keer dat je niet eerder dan 4 uur voor vertrek naar binnen mocht. Na de tassen in de bagageafgifteselfserviceautomaten te hebben gegooid begonnen we aan de wachtrij voor de security. Na 3,5 uur! maar nog steeds op tijd waren we er doorheen.
Opgelucht dat het allemaal gelukt was gingen we aan boord van het vliegtuig waar we de mededeling kregen dat, omdat niet alle passagiers aan boord waren, alle bagage uitgeladen zou worden. De tassen zouden in het meest gunstige geval met de volgende vlucht later op de dag meegestuurd worden. Tuurlijk joh, dat komt vast goed met die fucking chaos op Schiphol, ik zag de bui al hangen.
We hadden een georganiseerde reis geboekt dus iedereen van de groep stond zonder tas, tent, slaapzak, eten etc. Voor de komende nacht konden we dat alles lenen van de organisatie, de volgende ochtend zouden we overleggen wat te doen.
Bij de briefing de volgende ochtend werden er een aantal opties voorgedragen. Of wachten op de tassen of deze dag spullen gaan kopen/huren in Reykjavik en dan de volgende dag op pad. We waren al aardig kapot van de dag Schiphol en om binnen één dag een compleet nieuwe uitrusting aan te schaffen in het peperdure IJsland leek mij geen goed plan. Daarbij werd er verteld dat als we de trail toch zouden gaan lopen we de eerste verblijfplaats over zouden slaan en dus eigenlijk 2 etappes in één keer zouden lopen. De dayhike die we de eerste dag zouden doen was natuurlijk sowieso van de baan omdat we op die dag spullen zouden moeten gaan aanschaffen.
Wij besloten om onze eigen weg in te slaan. We huurden een autotje en besloten om de ring road te gaan doen, een rondje rondom het eiland die je langs de meeste highlights brengt. We moesten natuurlijk wel iets van spullen hebben want we hadden echt helemaal niks dus we haalden wat regenkleding, onderbroeken, sokken en toiletartikelen om de week mee door te komen. Het was nog een hele zoektocht om wat betaalbaars te vinden. ‘s Middags haalden we de auto op en begonnen we aan onze road trip.
We sliepen die nacht aan een meer in het Þingvellir (Thingvellir) nationaal park, een mooie plek met veel verschillende vogelsoorten. Sommige vogels bleven boven het water bidden om er vervolgens met een noodgang in te duiken om een vis te vangen. De tent en slaapzakken konden we huren van de organisatie waar we eigenlijk de trail mee zouden lopen dus we hoefden gelukkig niet op zoek naar een hotel of b&b om te overnachten. Ook hadden we een gasflesje en zakken Adventure Food meegekregen. We hadden die avond wel een beetje FOMO, hadden we toch niet ook gewoon spullen moeten kopen en mee moeten gaan…
We werden wakker met een lekker zonnetje, warmde een zakje ontbijt op en besloten om verder te reizen. Thingvellir is unesco werelderfgoed maar het sprak ons niet erg aan dus we reden door. We liepen een klein rondje bij de Kerið Crater, een krater gevuld met blauw water wat een mooi contrast vormde met het rode vulkanische gesteente. Het viel op dat de IJslanders dit soort plekken uitmelken door er een entry fee voor te vragen. Ook hingen er alweer bordjes met No Drone Zone. We vreesden dat dit een extreem toeristische trip zou gaan worden.
We reden door naar de volgende highlight, Geysir, een geothermisch gebied waar de geisers om de zoveel minuten ontploffen, erg gaaf om eens te zien. De souvenirsshops en de bussen vol toeristen bevestigde onze vrees. We deden een kleine hike naar een uitzichtpunt op een berg waar we mooi overzicht hadden over het gebied. Heel bijzonder om overal stoom uit de grond te zien komen. Overal staan bordjes dat je niet je handen in de geisers moet stoppen omdat dit 80 tot 100 graden heet is. Stating the obvious zou je zeggen maar er zijn vast mensen geweest die het geprobeerd hebben. De stoom die eraf kwam was lekker warm en rook naar zwavel wat ruikt als rotte eieren. Zie m spuiten op insta
De volgende stop was Gullfoss, een enorme waterval. We liepen naar het uitkijkpunt dat bijna midden in de waterval zit.
We reden door en besloten om een warmwaterbron op te zoeken. We hadden ook een zwembroekkie en bakpakkie gescoord dus we waren voorbereid. We kwamen langs de Secret Lagoon, het oudste thermale bad van IJsland. Rondom het zwemgedeelte zaten de geisers waarmee het water in het zwembad verwarmd werd, echt heel bijzonder. Op sommige plekken in het zwembad, waar het warme water het zwembad in liep was het echt extreem heet. Zo nu en dan voelde je zo’n hete stroom ook voorbij komen als je in het minder hete gedeelte zat, erg cool!
We droogden af aten fish en chips en reden door richting Vík í Mýrdal. Op de eindeloos lange rechte stukken weg zagen we continu het landschap veranderen. Ook het weer begon langzaamaan ontstuimiger te worden, de wolken bleven hangen tegen de enorme bergwanden. We kwamen ‘s Avonds aan in Vik en we besloten om daar nog een hike te doen naar het vliegtuig wrak. Best een saaie hike waarbij je alleen maar rechtdoor op het vlakke zwarte lavazand loopt. Toch had het wel wat zo door de mist. Het vliegtuigwrak is ook wel echt heel stoer, wat een gave plek.
We gingen op zoek naar een camping. Het was inmiddels gestopt met zachtjes regenen en in de stromende regen maakten we kamp. We aten nog een lekker zakkie avonturenvoer en gingen slapen. ‘s Nachts werden we wakker gebeukt door de wind. Ik had de scheerlijnen niet vast gezet dus ik kon er nog even uit om dat wel te doen, zeiknatte kleren weer aan en weer de regen in :). Het weerbericht gaf code geel met extreem harde winstoten voor het gehele middelste deel van IJsland, ook het gedeelte waar de trail liep. Na een onstuimige nacht werden we de volgende morgen wakker met het bericht dat de groep die de trail wel was gaan lopen diezelfde nacht was geëvacueerd van de berg. Eén meisje van de groep was onderkoeld geraakt. Onze fomo of zoals ijslanders het zeggen fømø was toen wel genezen.
‘s Ochtends was het redelijk droog, we pakte in en liepen nog een rondje over het dodelijkste strand van IJsland, Black Sand Beach Reynisfjara. Er hingen hier grote waarschuwingsborden over dodelijke “Sneaker waves”. Op de borden stonden ook verhalen over mensen die hier om het leven waren gekomen, ik vond later een heel blog over dit strand waar alle incidenten uitgebreid omschreven werden. De golven beukten er aardig op in en af en toe was er inderdaad ook een golf die net iets verder kwam dan dat je verwachtte maar wat een gave plek zo met het zwarte zand, de basalt rotsen en de uit de zee omhoog reizende rotsformaties.
We reden door. Omdat we heel de ring road in 5 dagen wilden doen moesten we aardig doorkachelen. Onze volgende stop zou Myvatn worden en dat was ongeveer 7 uur rijden. Onderweg stopten we nog bij het Vatnajökull National Park waar we een kleine hike deden naar een gletsjertong.
Hoe verder we naar het oosten reden hoe beter het weer werd, we tikten zelfs de 23 graden nog even aan. Het waaide wel echt extreem hard. Onderweg zagen we twee omgewaaide campers in de berm liggen. We stapten nog even uit bij Jökulsárlón, een helder blauwe gletsjerlagune waar grote ijsrotsen in drijven.
De route bracht ons verder langs de mooie zuid oost kust, op sommige stukken was de wind opeens helemaal weg. In de kalmere zee lagen honderde ganzen te dobberen. De weg veranderde van asfalt naar onverhard. De waarschuwingsborden gaven aan dat het op enkele stukken 17% stijging was en ik vroeg me af of onze kleine auto dat wel zou gaan redden. De gravelroad bracht ons weer naar grote hoogte en de wind was terug. In een waterval waar we bovenlangs reden waaide het zo hard dat het water omhoog stroomde.
Naarmate we verder naar het noorden kwamen werd het weer een stuk minder en het werd zelfs een beetje donker, iets wat het nog niet echt geweest was omdat IJsland net onder de arctische cirkel ligt en het dus in de zomermaanden alleen maar schemert. De eindeloze vlaktes in het hoge noorden en het sombere weer deden wel recht aan de stemmige muziek van de IJslandse band Sigur Ros die we luisterde. ‘s Avonds laat kwamen we aan in Reykjahlidh en vonden een camping aan het Myvatn. Ik was aardig gesloopt door de lange rit dus lekker slapen.
De volgende dag liepen we een tocht die vanaf de camping naar Dimmuborgir leidde. Dimmu Borgir is een Noorse metal band die zich vernoemd heeft naar deze plek, letterlijk vertaald betekent het Donkere Burchten en zo zou je de lava formaties inderdaad goed kunnen omschrijven. Onderweg er naartoe beklommen we ook de Hverfjall, een zwarte vulkaankrater. Via een pad dat geleidelijk maar best stijl omhoog gaat loop je hier naar de rand van de krater. Mooi hoe de gele jas van Noortje afsteekt tegen het zwarte lavazand. Op de achtergrond zie je de stoompluimen van het geothermische gebied van Myvatn. Wel tof om even een goeie dayhike te doen met een gave eindbestemming. Het was uit en thuis ongeveer 15 km lopen en we waren er best moe van.
We besloten om nog een nacht in dit gebied te blijven en om ‘s avonds naar het thermale bad van Myvatn te gaan. Het weer was opgeknapt en we konden heerlijk in de zon genieten van het warme zwavelbad. Je kon vanuit het bad aan een bar in het water drankjes bestellen, heel tof.
‘s Avonds liepen we nog een rondje door het geothermische gebied waar het thermale bad waar we net uit kwamen mee verwarmd wordt. Wat een gave buitenaardse plek zo met de zwarte kraters en de rode bergen op de achtergrond. 85% van de huizen in IJsland wordt verwarmd door dit soort geothermische bronnen. Er is veel onderzoek gedaan naar de krachtbron in de aarde door middel van boringen en uit een aantal oude boorgaten komen met een hoop kabaal continu enorme stoompluimen omhoog. Dit is de plaats waar de wolken gemaakt worden.
We werden wakker en aten nog maar eens een lekker adventurefood ontbijtje, muesli met warme melk. We reden naar de Krafla vulkaan iets noordelijker gelegen waar we een kleine wandeling rond de krater maakten. We werden weer eens vergezeld door een tourbus vol met bejaarden in dezelfde kleur National Geographic jas. Wel een mooie krater trouwens, helemaal mooie blauwe water joh.
Na nog één stop bij de indrukwekkende Goðafoss waterval reden we het hele eind terug tot een uur voor Reykjavik. De volgende dag zouden we ons weer aansluiten bij de groep van de georganiseerde trail in Reykjavik. We kregen bericht dat onze tassen de volgende dag bij het hostel van de iceland trail afgegeven zouden worden. Dat was best een opluchting, goede hike gear is namelijk erg prijzig en ik denk dat alleen mijn tas al voor meer dan 1500 euro aan spullen bevat.
Toen we aankwamen bij het hostel van de trail bleek dat er maar één van de twee tassen was afgegeven, die van Noortje… We moesten de auto nog in gaan leveren op het vliegveld dus ik kon het daar nog navragen. Gelukkig hadden ze hem! We bezochten nog de vorig jaar uitgebarstte Fagradalsfjall vulkaan waar de lava nog vers was en nog stoom vanaf kwam, helaas zag je geen gloeiende magma meer. ‘s Avonds bij de camping van het hostel zagen we voor het eerst de anderen die de trail liepen weer. Ze vertelde dat ze de eerste dag bijna 30 km hadden gelopen omdat het bij de geplande eerste én tweede campsites te slecht weer was om te overnachten. De dag dat ze geëvacueerd werden waren ze langs de route ook een italiaanse man tegengekomen die zonder goede regenkleding en op sneakers de tocht aan het lopen was. Hij zat met blauwe lippen en blauwe tong tegen een steen aan gekropen…
De volgende dag vlogen we met ongebruikte backpack weer naar huis. Gijs was heel blij om ons weer te zien en wij ook om hem weer te zien natuurlijk. Al met al wel een mooie vakantie maar wel erg lang in de auto gezeten en zeker niet het avontuur waar we voor kwamen.