Zaterdagavond vlogen we van Amsterdam naar Edinburgh. Het vliegtuig was een uur vertraagd maar gelukkig ligt Schotland in een andere tijdzone (-1) dus kregen we dat uur weer terug. Het plan was om naar Isle of Skye te gaan, een schiereiland in het westen van Schotland. We haalden de auto op en besloten om direct te gaan rijden. In Schotland rijden ze aan de verkeerde kant van de weg maar gelukkig begint het bij het vliegveld direct met allemaal dubbelbaans rotondes met stoplichten erop zodat je er meteen lekker in komt.
Van Edinburgh naar Skye is meer dan 5 uur rijden, het plan was om die rit te verdelen in 2 dagen en onderweg nog ergens een mooie plek op te zoeken. We reden richting de Glen Coe vallei, helemaal onder in de Schotse Highlands. Door het uur vertraging gingen we ook dat niet in een keer redden dus we moesten onderweg nog op zoek naar een slaapplek. Dat was nog best een gedoe want de campings waar we langs reden waren allemaal gesloten en een wildkampeerplek langs de route konden we ook niet vinden. Het begon al donker te worden. We besloten iets van de route af te wijken en een stuk langs een meer te rijden. Toen we de hoop op hadden gegeven reden we ineens langs een kiezelstrand waar nog meer verdwaalde zielen met een tent stonden. Het kiezelstrand was niet ideaal maar we deden het ervoor. Het was inmiddels donker en overal rond het meer (Loch Earn) zagen we kampvuurtjes van andere kampeerders.


De volgende ochtend lazen we het bord waarop stond dat je een vergunning moest hebben om te kamperen op straffe van een boete van 500,- pond. Oeps. We reden door naar de Glen Coe vallei, het weer was somber maar droog. We liepen een stuk door de vallei, niet te ver want we wilden nog even langs het Glenfinnan Viaduct voordat we door zouden rijden naar Skye.


We hadden opgezocht hoe laat de stoomtrein er overheen zou rijden, maar verschillende websites gaven andere tijden aan, 15u10, 15u20 of 15u30. De websites waarschuwden ook al voor enorme drukte, er werd aangeraden om er ruim een uur van tevoren te zijn maar dat gingen we niet meer redden. Dat advies klopte wel want de parkeerplaats was helemaal vol. We moesten een stuk doorrijden en vervolgens een eind langs de weg terug lopen.
We waren er net voor de eerstgenoemde tijd maar de trein kwam om 15u20, prima timing dus. Het was erg toeristisch, de uitzichtpunten stonden helemaal vol met mensen, maar wel gaaf om de stoomtrein over dit mega viaduct te zien rijden. Toen de trein eenmaal voorbij was, vloeiden de toeristen al snel weer weg. We bleven nog even hangen om wat foto’s te maken.

Via een bergpad liepen we terug naar de auto waar we voor het eerst geconfronteerd werden met de beruchte irritante kutmidges. De piepkleine mugjes die in grote getalen rondzwermen in Schotland en die je helemaal lek prikken. Man wat zijn die dingen irritant. Snel de auto in en door naar Skye!
Via de kronkelende wegen over de hooglanden reden we door richting Isle of Skye. We stopten nog even bij het Eilean Donan kasteel dat vlak voor de brug naar Skye ligt. Overal borden no-drone zone maar toch stiekem doen hé, wat een boef die John. Wel een mooi plaatje zo vanuit de lucht.


We reden door, vanaf de brug naar Skye hadden we mooi zicht over de ruige kust van het eiland. Omdat het de volgende dag veel en hard zou gaan regenen, besloten we om de eerste twee nachten op het eiland op de camping in Portree door te brengen. We schrokken even toen het bord “fully booked” zagen staan bij de camping maar gelukkig hadden ze voor een klein trekkingtentje wel plek. Portree ligt in het midden van Skye en is door die gunstige ligging een uitvalsbasis voor toeristen die het eiland met een auto of camper gaan verkennen. Het is tevens een stop van de Skye trail, een meerdaagse wandeling van ca. 100 km van het noordelijkste naar het zuidelijkste punt van Skye (of andersom). Wij wilden een aantal etappes van die trail gaan lopen maar omdat het maandag dus de hele dag zou gaan regenen, stelden we dat nog even uit.

Toen we de tent opgezet hadden liepen we nog even het dorpje in om wat te eten. Ondanks dat dit hét toeristische dorpje op Skye zou moeten zijn, was het aardig uitgestorven. Er waren maar een aantal eettentjes open. We dronken wat lokale specialiteiten, aten wat en maakten plannen voor de volgende dag.
Omdat het slecht weer zou worden besloten we om een kleine hike te doen langs de Fairy Pools, een kloof met een serie watervallen en beekjes in het Cuillins gebergte in het zuiden van Skye. De 7,5k reviews op Google verraadde het al, wederom een mega toeristische trekpleister. Het was regenachtig maar nog prima te doen die ochtend. De hike was oké, niet erg spectaculair. Op Google vind je foto’s waarop het een enorm spectaculaire waterval lijkt maar het is maar een lullig stroompje eigenlijk, echt niks vergeleken met wat je in Oostenrijk of Noorwegen vindt.

Op de heenweg naar boven tijdens de hike zagen we een aantal gasten zwemmen. Dat leek ons ook wel leuk maar we hadden, gezien het weer, niet bedacht een zwembroekie mee te nemen. Verderop kwamen we wel een redelijk hoge waterval tegen en daar kon John de drang om één te worden met de natuur niet meer tegenhouden. Ondanks de toch wel frisse omstandigheden klom hij omlaag de kloof in. Het was niet gemakkelijk om bij de waterval te komen maar John was niet meer te stoppen. Via de rotswand en door het ijskoude water lukte het hem om de waterval te bereiken. Onder toeziend oog van in regenkleding gehulde toeristen kleedde hij zich uit en met een duik onder de waterval oogstte hij applaus en ontzag. Held!
Ik had beloofd dat, als hij het zou doen, ik het ook zou doen, maar dapper als ik ben durfde ik van die belofte af te zien nadat ik had gezien hoeveel moeite het kostte :). Held!





Het was inmiddels harder gaan regenen. We liepen terug naar de auto en besloten om een bezoek te brengen aan de Talisker distilleerderij die vlakbij lag. De Whisky proeverij tour was helaas al volgeboekt maar wel grappig om even in het winkeltje rond te kijken, er stonden flessen van 6000 pond. Bijzonder dat zelfs de reguliere flessen hier een stuk duurder waren dan in Nederland. Ik drink zelf geen Whisky maar John is een standaarddrinker dus we dronken nog wat aan de bar voordat we terugkeerden naar de camping. We warmden een zakje adventure food op en kropen lekker vroeg ons bedje in want de volgende dag zou een echte beproeving worden, de Trotternish Ridge, de zwaarste etappe van de Skye Trail die loopt van het Quiraing gebergte helemaal in het noorden naar de iconische Old Man of Storr rotsformaties net iets boven Portree.

Het zou qua weer een topdag worden. Ik had bedacht dat we ‘s morgens de auto bij Old Man of Storr zouden kunnen zetten, dan direct de bus helemaal naar het noorden konden nemen om vervolgens in twee dagen de trail via de bergen terug te kunnen lopen maar toen we aankwamen bij Old Man bleek dat je daar max 12 uur mocht parkeren. Dan maar plan B, we reden zelf helemaal door naar de start van de trail in het dorpje Flodigarry in het Noorden van Skye. We aten nog wat muesli en checkten nog een keer onze uitrusting. Onze tassen waren loodzwaar, de tent zat nog vol met water van de regenachtige dag van gister en omdat we twee dagen zouden moeten lopen moesten we ook voldoende water meenemen wat ook voor flink wat extra gewicht zorgde.

Vanuit Flodigarry liepen we het Quiraing gebergte in. Het was een prachtige dag. Na de eerste 100 meter twijfelde ik of het wel zo’n goed idee was om met deze bepakking de bergen in te gaan maar we zette door. Het was meteen een flinke klim maar de uitzichten waren erg fraai. Het gewicht van de backpack wende al snel en na ongeveer 2 uur stonden we op de top van de Quiraing op 543m hoogte. Even chillen op de top en weer door want we hadden nog een flinke tocht te gaan. We daalden af aan de andere zijde van het Quiraing gebergte waar een enorme parkeerplaats bleek te zijn. Er stond zelfs een kraampje waar tosti’s en andere snacks verkocht werden. Dat had ik even niet aan zien komen maar uiteraard wel even een tosti naar binnen geprakt. Blijkbaar is Quiraing ook een behoorlijke toeristische trekpleister.







We liepen verder richting het zuiden met meteen weer een flinke klim. Het weer en de uitzichten waren nog steeds fenomenaal. Hoe verder we weg liepen van het Quiraing gebergte hoe minder mensen we nog tegenkwamen. Ik maakte tijdens deze hike voor het eerst gebruik van mijn nieuwe Garmin horloge om mee te navigeren en dat werkte op zich best lekker. Als we het pad even niet meer zagen was het vrij simpel om er weer naartoe te navigeren. We zaten er best lekker in tot ik er achter kwam dat de tocht een flink stuk langer was dan dat ik in eerste instantie dacht. Het was geen 22 km maar 36 km vanaf het punt waar wij gestart waren… Dat was even een flinke tegenvaller. Waar we eerst dachten deze eerste dag rond de 14 km te lopen moesten we dat bijstellen naar 20 km of het liefst nog wat meer. De volgende dag zou het regenen dus we wilden deze dag al een flink stuk over de helft zijn.




We liepen door. Het weer veranderde. De zon verdween achter een hoog wolkendek en de wind trok nog verder aan. Het landschap werd eentoniger en de schoonheid van het uitzicht leed onder de veranderende weersomstandigheden en waarschijnlijk ook onder mijn afnemende energieniveau. Het werd steeds taaier. Rond 18u30 besloten we om avondeten op te warmen, we hadden er toen al ruim 10 uur en vele hoogtemeters op zitten maar we besloten om na het eten toch nog even door te gaan.
Na nog twee bergen over te zijn gestrompeld maakten we rond half 9 kamp. We hadden er die dag exact 23 km en 1592 hoogtemeters op zitten. Ik was kaput. We hadden heel de tocht bijna niemand gezien maar precies waar wij ons tentje op zette stond nog een ander tentje. Die bleek van een Canadees meisje te zijn die de trail de andere kant op aan het lopen was. Bijzonder dat je vanuit het prachtige Canada helemaal naar Schotland komt voor deze trail. Wel stoer zo in je eentje.


Na een onstuimige nacht met de wind die op de tent in bleef beuken, ontdekte ik de volgende ochtend dat het toch nog iets minder ver bleek te zijn naar het eindpunt, de Old Man of Storr. De trail die ik op mijn horloge had gedownload ging daar namelijk nog een flink stuk aan voorbij. We hoefden die dag nog maar iets van 7 kilometer te lopen in plaats van de beoogde 13 km. Dat was een flinke meevaller want de beentjes waren aardig gesloopt de dag ervoor en het was inmiddels ook een beetje gaan regenen. Gelukkig begon de dag wel direct met een steile klim. Bij de afdaling vanaf deze een na laatste top kwamen we een groep Nederlandse hikers tegen. Tijdens de vlucht naar Edinburgh spraken we een vrouw die met een groep de hele Skye trail ging lopen, wat een toeval dat we haar hier weer tegen kwamen.
We begonnen aan de laatste klim richting Old Man, we liepen nog een aantal kilometers door niemandsland maar toen we de hoek om kwamen bij het uitzichtpunt over The Storr stond dat helemaal vol met toeristen, die hadden we al even niet meer gezien. We maakten wat foto’s en vervolgde de afdaling met enige spoed omdat we de bus wilde halen die ons naar de auto terug zou brengen. Aangezien deze maar een paar keer per dag reed wilden we die niet missen. Eenmaal beneden was er nergens een bushalte te bekennen en op het door Google aangegeven tijdstip kwam er ook geen bus. We waren heel even bang dat we lang moesten wachten maar een kwartier na de geplande tijd kwam hij eindelijk aansukkelen. Ik was blij man. De gehele rit terug naar de auto hadden we zicht op de enorme ridge die we de dag ervoor gelopen hadden. Ik was best onder de indruk van mijn eigen inspanningen.



Nog zout van het zweet leek het ons wel een strak plan om even ergens op te frissen op een camping. We kwamen uit in Dunvegan in het westelijke gedeelte van Skye. Na de douche reden we ‘s Middags nog even naar Neist Point Lighthouse, een vuurtoren op het meest westelijke puntje van Skye. Erg mooi, maar toch ook wel weer enorm toeristisch.



We vonden ook dat we wel een stevige maaltijd verdiend hadden na de teringlange hike van de dag ervoor dus we hadden bewust een camping gezocht in de buurt van een dorpje met veel restaurantjes, die waren alleen allemaal gesloten… Dan maar aan het bier/whisky in de lokale pub, samen met wat locals en een Pool met een fez op zijn hoofd.
We bekeken de opties voor de volgende dag. We wilden het in eerste instantie niet te gek maken na de heftige hikes van de voorgaande dagen maar na wat drank besloten we om de volgende dag toch nog een flinke hike te doen, de 24 km lange hike naar de top van de de Sgürr na Stri in het Cuillins gebergte. Deze hike was dus nóg langer dan degene die we al gedaan hadden maar deze had een stuk minder hoogtemeters en we wilden met lichte bepakking lopen. Het klonk haalbaar.
Het zou weer een lange dag worden dus we vertrokken bijtijds van de camping in Dunvegan richting de start van de hike in Sligachan. Het weer was goed, droog en warm. De hike glooide de eerste 9 kilometer door een vallei met een keurig aangelegd gravelpad. Best een taai stuk om te lopen aangezien het landschap en de uitzichten gedurende 2,5 uur nauwelijks veranderde. De laatste 3 kilometer begon de klim richting de Sgürr na Stri en die was wel weer vrij intensief. In eerste instantie was het pad richting de top nog redelijk herkenbaar maar op het eind moesten we zelf onze weg zien te vinden over de donkerzwarte rotsblokken. Na een paar uur klimmen bereikten we de top. Men noemt dit ook wel “het mooiste uitzicht van het Verenigd Koninkrijk”.


We aten een broodje, maakten wat foto’s en filmpjes met de drone, luisterden naar de Proclaimers en begonnen weer aan de afdaling. 3 uur later en redelijk uitgeput waren we terug bij de auto. Gelukkig zat hier wel een grote bar/restaurant waar we lekker konden schranzen. Moe, voldaan en met een volle buik lieten we Skye achter ons en begonnen we aan de rit terug.
Na de Sgürr na Stri waren we allebei wel klaar met hiken. Het was inmiddels vrijdag en we waren al op de terugweg richting Edinburgh waarvandaan we zaterdagavond terug zouden vliegen. We zochten iets om de dag mee te vullen. Op internet vond ik een zipline trekking, een tocht van 12 aaneengeschakelde ziplines over een kloof in het Cairngorm National Park. Het was leuk maar minder spectaculair dan we hadden gedacht. Wij kennen geen angst natuurlijk, dus aan een kabeltje hangen 50 meter boven de afgrond is voor ons “same old, same old” 😁.


Omdat de Whisky tour bij Talisker al helemaal volgeboekt was toen wij er waren, hadden we voor vrijdagmiddag een tour door de Dalwhinnie distilleerderij gereserveerd. Wel leuk om eens te zien hoe die bocht gemaakt wordt. Er zat ook een klein proeverijtje bij maar aangezien ik nog moest rijden en er in Schotland een zero tolerance beleid is wat betreft DUI heeft Johnny alles “geproefd”.


Na de tour reden we verder naar Edinburgh. We maakten nog een klein ommetje naar de waanzinnige Forth Bridge, een spoorbrug met een gigantische rode stalen constructie net boven Edinburgh.

Zaterdag wilden we Edinburgh nog even in. Het had heel de nacht keihard geregend en we moesten de tent zeiknat inpakken, das altijd plezant want dan moet je ‘m thuis nog een keer opzetten. Het zou ook nog eens heel de dag kleaute weer worden, dus regenpakkies aan en gaan. Ik vond het 7 jaar geleden ook al niks maar het is alleen maar erger geworden. Massa’s toeristen, chaos, viezigheid en Harry Potter is wat Edinburgh tot een van de kudtste plekken op aarde maakt. Das wat overdreven misschien, zo voor een half dagje was het wel uit te houden 😅.
‘s Avonds vlogen we terug naar Amsterdam. Het was weer een toffe trip geweest!