We hadden het plan om een actieve vakantie te combineren met zon, zee en strand. We zochten een bestemming die aan beide kon voldoen en dat werd Corsica. Het Franse eiland in de Middellandse Zee staat bekend om zijn prachtige stranden en om de wandelroutes door ruig gebergte. Ook huisvest het eiland een van de bekendste meerdaagse trekkings, de GR20. 

We vertrokken op vrijdag om de zwarte zaterdag voor te zijn. De eerste dag reden we tot net over de grens van Italië. De volgende dag zouden we de nachtboot vanuit Genua naar Bastia nemen. Om geen risico te lopen om de boot te missen wilden we op tijd in Genua zijn en dat lukte. We waren er al rond het middaguur. De boot zou eigenlijk om 21u30 afvaren maar een paar dagen van tevoren kregen we de melding dat het 23u30 werd. We besloten om onze tijd te verdoen op een strandje in Genua. Het was een beetje een pauper strandje met ongure types maarja we deden het er mee. Het was bloedheet en de parasol lag ergens onderop in de auto maar gelukkig liep er een afrikaanse verkoper met parasollen te leuren dus dat kwam mooi uit. 

De wegen in Genua vormen een bizar doolhof van bruggen, tunnels en fly-overs. We zijn zeker een half uur bezig geweest om uit te vinden hoe we de haven in konden rijden. Ook al waren we ruim op tijd, dit bevorderde de stemming bepaald niet. De avond viel, maar het koelde niet af, het was nog steeds bloedheet. We moesten 2 uur van tevoren aanwezig zijn in de haven en de boot ook nog eens een half uur later aan. We hebben dus bijna 3 uur staan wachten in een bloedhete haven. Al bij al een minder plezante ervaring die ik niet snel op deze manier zou herhalen.

Om 6u30 de volgende ochtend meerden we aan in Bastia, een stad helemaal in het noorden van Corsica. Ons eerste verblijf was in Porto aan de westkust dus we hadden nog een autorit van meer dan 2,5 uur voor de boeg. Al bij al maakte dat de heenreis wel erg lang. De autorit van Bastia naar Porto was overigens wel een hele fraaie. Via een prachtige smalle kronkelende weg door valleien en over bergpassen bereikten we Porto. We kregen direct een goede indruk van wat Corsica ons te bieden had. 

Rond 1130 uur arriveerden we bij camping Les Oliviers. We kregen een mooie schaduwrijke plek toegewezen. Het was een terrassen camping. De auto kon niet bij het plekje geparkeerd worden waardoor we alle spullen een trap af moesten tillen. Het was heet, 36 graden. Na het opzetten van de tent waren we helemaal deaud, tijd om te zwemmen. Vanuit de lucht was alleen het zwembad van de camping goed te zien. Alle tentplaatsen liggen verstopt tussen de bomen.

Om een beetje te acclimatiseren bleven we de eerste dagen op de camping. Het zwembad was leuk en ook het stroompje naast de camping was lekker verfrissend. Het was eigenlijk echt te warm om iets te ondernemen. We hebben één ochtend de wekker gezet om vroeg een kleine hike te lopen maar het werd al snel te warm. Helaas was Gijs ook nog eens ziek geworden, met kots en diarree enzo. Hij heeft zich bijna heel de eerste week rot gevoeld, echt balen. Van de initiële gedachte om er een actieve vakantie van te maken hebben we vrij snel afscheid genomen. Hoog in de bergen zou het wel iets koeler zijn maar ook nog wel richting de 30 graden, voor ons te heet om te hiken. 

Ik verkende de omgeving met de auto terwijl Noortje bij Gijs op de camping bleef. De route langs de rotskust richting het zuiden was prachtig. De weg kronkelde omhoog en het zicht op de baai van Porto werd steeds mooier. Even verderop voert de weg door de Calanques de Piana, een door Unesco beschermd gebied met geel/roze granieten rotsformaties die op grote hoogte boven de zee uit torenen. Vanuit het plaatsje Piana was het uitzicht over het strandje van Ficaghjola met zijn heldere blauwe water eveneens erg spectaculair.

Corsica is nu Frankrijk maar het viel me op dat er veel plaatsnamen zijn die niet Frans maar meer Italiaans klinken. Ik leerde dat Corsica in vroeger tijden onderdeel was van de republiek Genua (De stad in Italië). Veel plaatsnamen komen uit die tijd. Op elke uithoek van Corsica staat ook een Tour Génoise (Genuese toren) die tijdens de Genuese heerschappij fungeerden als verdedigingsfort.

Wat me ook opviel is dat er op gebouwen en op vangrails teksten stonden geklad zoals “Corsica is not France”. Het idee dat Corsica een eigen natie zou moeten zijn leeft nog erg onder de bevolking. Corsica heeft ook nog steeds een eigen taal (Corsu) die erg lijkt op Italiaans. De voertaal is Frans maar het Corsu wordt wel onderwezen op scholen.  

Gijs knapte langzaam maar zeker op. We besloten om naar het strandje bij Piana te gaan. De weg er naartoe was echt fantastisch, vanaf Piana daal je via smalle haarspeldbochten af naar de parkeerplaats. Vanaf daar daal je te voet nog een stuk af tot je door de bomen het prachtige heldere blauwe water ziet verschijnen. We zwommen en relaxten wat. Stoere gasten sprongen vanaf de steile rotswanden die de kleine baai omsloten naar beneden. Dat moest ik natuurlijk ook even proberen 🙂.

Omdat Gijs nog niet in staat was om fysiek iets te ondernemen besloot ik om alleen nog een kleine hike te lopen. Een bekende hike in de omgeving is die naar de Genuese toren op Capo Rosso. De “Rode kaap” ontleent zijn naam aan het rode gesteente. Ik begon eind van de middag aan de tocht. Ik had me best goed voorbereid, voldoende water, goede schoenen, zonnebrand, nog snel ergens een petje gescoord en ik had me goed ingelezen. Ik had precies uitgerekend hoe laat ik moest vertrekken om voor het donker terug te zijn. Het was nog steeds heel erg warm en er was bijna geen schaduw. Het eerste stuk naar beneden ging erg gemakkelijk maar het klimmen was echt enorm zwaar met deze temperatuur. Mijn hart ging tekeer. Ik kon maar kleine stukjes klimmen alvorens weer compleet buiten adem te zijn. Het zweet gutste en het drinkwater raakte aardig snel op. 

Na 1 uur en 3 kwartier lopen bereikte ik het torentje. Ik lag gelukkig nog redelijk op schema. Ik ruste even uit, at een boterhammetje en maakte nog wat foto’s. Ik wilde liefst niet in het donker teruglopen dus ik besloot om terug te gaan, iets voor zonsondergang. Op de terugweg kwam ik verschillende mensen tegen die juist de zonsondergang wilden gaan bekijken vanaf het hoogste punt. Sommige van hen gingen dat bij lange na niet meer redden.

Ik had me nog best vergist in de zwaarte van de terugtocht. Het makkelijke stuk afdalen aan het begin van de hike was omhoog nog erg pittig. Terwijl ik puffend de laatste meters omhoog klom, zakte de zon achter me de zee in. Mijn water was inmiddels helemaal op, gelukkig zat er bij het parkeerterrein een barretje waar ik nog net voor sluitingstijd wat frisdrank kon scoren. Door het donker en met de airco op standje diepvries reed ik terug naar de camping. Ik was echt kapot, ik voelde me er gewoon slecht van. Het was echt te warm geweest. 

Aan het begin van de week hadden we een boottocht gereserveerd. Het was nog even penibel of Gijs op tijd weer fit zou zijn, maar gelukkig wilde hij wel gaan. Met 600pk scheurden we door de baai van Porto, langs de Calanches de Piana en het strandje van Ficaghjola waar we geweest waren.  Bij de 300 meter hoge rotswanden van Capo Rosso stopte de boot even voor een zwemstop. Wel leuk dat ik daar de vorige dag op gestaan had. 

De boot stak over naar Scandola nationaal park, een prachtig en ruig gebied waar ik graag ook nog was gaan hiken. Dat zat er door de temperatuur dus helaas niet in maar vanaf het water was het ook wel erg mooi. Met grote snelheid en nog wat extra bochten scheurden we terug naar de haven. “Dit noem ik nou leven” zei Gijs. 😅

Op naar de volgende camping, helemaal aan de andere zijde van Corsica. In ongeveer 4 uur reden we naar Sainte Lucie de Porto Vecchio, een klein plaatsje net boven Porto Vecchio. Om 15 uur kwamen we aan bij camping Santa Lucia waar we de laatste week van de vakantie zouden verblijven. Het was wederom een erg mooie camping met grote staanplaatsen en veel schaduw. Het zwembad was wel een beetje aan de kleine kant en er waren overwegend Franse gasten dus het was voor Gijs lastig om vriendjes te vinden. 

De oostkust van Corsica is wat vlakker dan het gebied in het westen waar we de eerste week zaten. Het is er ook meer bevolkt en een stuk drukker. Het was nog steeds erg heet. We besloten om naar de natuurlijke zwembaden van Cavu te gaan op ongeveer 20 minuten rijden van de camping. Ook hier was het erg druk. Het viel een beetje tegen dus na een uurtje hadden we het wel weer gezien daar. Bij de parkeerplaats was een adventure klimpark waar wat elektrische quads stonden voor kinderen. Gijs reed wat rondjes over het parcours. We aten nog wat en gingen terug naar de camping. 

Voor de volgende dag had ik een jetski gereserveerd. Noortje durfde het niet aan dus ik ging samen met Gijs op pad. Gijs ging bij mij achterop en onder begeleiding van een instructeur scheurden we door de baai van Saint Cyprien. Ik had het nog nooit gedaan dus wist niet echt wat ik ervan moest verwachten maar het ging echt kneiterhard. De instructeur had het tempo er goed in zitten dus we moesten aardig door gassen om hem bij te houden. En ondanks dat de zee redelijk kalm was, was het een behoorlijke bumpy ride. We klapte met 60 kilometer per uur over de golven heen. Vlak naast ons kwamen er twee blusvliegtuigen water scheppen. Gijs bleef maar roepen dat we zachter moesten. Na afloop zei hij, “dit doe ik nooit meer”. De volgende dag had hij spierpijn in zijn armen omdat hij zoveel kracht had moeten zetten om zichzelf vast te houden. Arm kind.  Dezelfde middag was Gijs nog wel zelf gaan jetskiën op elektrische kinder jetski’s, dat vond hij beter te doen.

De vroege ochtenden zijn het mooist. Ik hou ervan om op zoek te gaan naar mooie plekken en daar te zijn op het moment dat er vrijwel niemand anders is. Ik zette mijn wekker om de zonsopkomst te gaan zien bij Punta Capicciola, een kleine ongerepte landtong aan de kust. Ik was er nog niet eerder geweest dus het was een beetje op de gok maar het was de moeite waard. Het warme licht van de zon op de rood gele rotsen die omsloten worden door het helder blauwe water, heel fraai. Ik was er rond half zeven, vlak na mij kwam er al een meisje aanrijden. Ik liet mijn drone op en zag dat ze een stuk ging zwemmen. Er was ook al iemand aan het suppen en iemand in een roeibootje. 

Ik liep door en klom naar een rotsformatie die uit de  zee omhoog rees. Ik liet mijn drone nog een keer op. Wat een toffe plek! Er kwam nog een andere, keurig geklede dame aanlopen. Die kwam voordat ze naar haar werk ging ook even van de rust en het uitzicht genieten denk ik. Mooie ochtend.

Voor vrijdag hadden we een canyoningtocht door de Polischellu kloof in het Bavella massief gereserveerd. We hadden het vorig jaar tijdens onze vakantie in de Ardeche ook al gedaan maar deze was wel echt next level. Sprongen van wel 7 meter hoogte, stukken Via Ferrata (gezekerd klimmen/dalen) en steile glijbanen. Het hoogtepunt en tevens de afsluiter was “de katapult” waarbij vier man met een zeil het water tegenhouden zodat je, wanneer ze het zeil loslaten, achterstevoren glijdend het water in gekatapulteerd wordt. Je moet t zien om te begrijpen. 

Gijs heeft niet alle hindernissen gedaan. Als je het echt niet wilde, kon je ze overslaan. Noortje had wel even een mental breakdown toen ze moest springen maar die heeft bijna alles gedaan. De Pulischellu kloof was echt schitterend, wat een toffe dag was dit. Ik was wel uitgeput van het buitenspelen. 

De vakantie was bijna ten einde. Zaterdag reden we nog naar een ander strand waar we sups huurden. We zeggen elke vakantie dat we dat nog eens moeten doen maar het was er nog nooit van gekomen. Het is nog best lastig om erop te gaan staan. Noor pleurde er achter mekaar vanaf dus dat was goud. Gijs had het zo onder de knie.

Gijs had inmiddels een Nederlands vriendje gemaakt op de camping dus dat was wel fijn. Hij was tot nu toe eigenlijk continu bij ons, ook omdat hij ziek was geweest natuurlijk. We hadden zoveel tijd samen dat we heel Zelda; Breath of the wild uitgespeeld hebben 😅. Het was wel fijn dat hij er eindelijk even zelf op uit ging. De laatste dag bleven we daarom op de camping. 

Op maandag reden we terug naar Bastia vanwaar de boot ‘s avonds om 21u30 zou vertrekken. Om de tijd te doden stopten we onderweg nog bij een groot waterpark met veel glijbanen en een golfslagbad. Was leuk maar wel een beetje chaotisch druk. De boot van Corsica Ferries was wel keurig op tijd gelukkig. Vanaf Savona reden we de volgende dag in 14 uur in een ruk door naar huis. Om 20 uur waren we thuis. 

Het was een prima vakantie maar vooral ik ben de hitte wel echt beu, volgend jaar gaan we richting het noorden in de zomervakantie. We gaan zeker nog een keer terug naar Corsica maar dan in het voor- of najaar.